Trends hoger onderwijs beïnvloeden ruimtenormering

Trends hoger onderwijs beïnvloeden ruimtenormering

Wat zijn de toekomstige ontwikkelingen in relatie tot ruimtenormering in het hoger onderwijs. Dat onderzocht Suzanne Pel in samenwerking met adviesbureau AT Osborne.

De ruimtes binnen hogescholen moeten in de toekomst flexibeler ingericht worden om klaar te zijn voor ‘het nieuwe onderwijs’. In dat nieuwe onderwijs is er een afname van studenten, minder vraag naar hoorcollegezalen en een toegenomen vraag naar een flexibelere invulling van onderwijs. Dat stelt Suzanne Pel in haar afstudeerscriptie ‘Het hoger onderwijs van de toekomst’ waarin ze toekomstige ontwikkelingen in relatie tot ruimtenormering in het hoger onderwijs onderzocht. Dat deed ze in samenwerking met adviesbureau AT Osborne.

Suzanne Pel, studente Vastgoed en Makelaardij op de Hanzehogeschool Groningen, en AT Osborne vonden elkaar in de onderzoeksvraag hoe een gedegen ruimtenormering voor hogescholen eruit ziet waarbij rekening wordt gehouden met de toekomstige ontwikkelingen. Vijf hogescholen (hbo’s) committeerden zich aan het onderzoek dat uiteindelijk geen ruimtenormeringssysteem opleverde, maar wel vier sterke scenario’s die de toekomst van het onderwijs sterk kunnen beïnvloeden.

Te weinig studieplekken

Het ontbreken van een eenduidige ruimtenormering, oftewel hoeveel vierkante meters er per student nodig zijn, komt deels door de absentie van gegevens, maar ook door de wisselende manier van normeren. Het onderzoek werd uitgevoerd op de Haagse Hogeschool, Hogeschool van Amsterdam, Hogeschool Windesheim, Zuyd Hogeschool en Avans Hogeschool. Sommige hbo’s hebben een eigen norm vastgesteld, anderen werken volgens de rumhbo-norm uit 1989. Uit inventarisaties op de vijf deelnemende hogescholen blijkt wel dat er meer ruimte is dan gebruikt wordt. Toch ervaren studenten een mismatch, geven de hogescholen aan: volgens de gebruikers zijn er te weinig studieplekken. Ondanks het ontbreken van een eenduidige ruimtenormering bieden de vier, uitgebreide, scenario’s de hogescholen wel genoeg aanknopingspunten voor het aanpassen van een huisvestingstrategie.

Leven lang leren

In het onderzoek worden tien trends onder de loep genomen, zoals het verminderen van het aantal studenten met 11 procent, meer onderwijsaanbieders in de markt, technologische ontwikkelingen (virtual reality) en Leven Lang Ontwikkelen. Ook de invloed van de recente corona-pandemie wordt meegenomen. Niet alle trends hebben evenveel invloed en daarom werd een model ontwikkeld om de invloed van de tien ontwikkelingen helder in beeld te brengen. Daarbij werden twee toekomstperspectieven met de meeste impact gemarkeerd: het nog relatief onbekende Leven Lang Ontwikkelen (LLO) en de komst van meer nieuwe aanbieders op de onderwijsmarkt.

De huidige studenten blijven naar de hogescholen komen, maar de doelgroep voor het hbo wordt breder, namelijk de werknemers die aan LLO doen. En dat ook die combinatie (studenten en werkenden) invloed heeft op het onderwijs.

Het LLO wordt gestimuleerd vanuit de overheid en geeft iedereen leerrechten en bijvoorbeeld ook een levenlanglerenkrediet. Dit om werknemers te stimuleren te blijven leren. Waar nu de hogescholen vooral alleen door de klassieke student worden bevolkt (net doorgestroomd vanuit het voortgezet onderwijs), gaat het LLO ervoor zorgen dat er daarnaast een ‘andere student’ op de hogescholen komt. De ‘nieuwe student’ is er één die al werkt en wellicht al een tijd niet meer in de schoolbanken heeft gezeten. Deze ontwikkeling zorgt voor een andere vraag naar onderwijs. Dit uit zich in andere onderwijsvormen waarin bijvoorbeeld de praktijk vaak meer een rol speelt of er meer vraag is naar leren door middel van losse modules, iets dat beter bij het werkende leven past of beter aansluit op de kennis die er wellicht al is. Ook komt er vraag naar andere schooltijden rondom het werk en blended learning waarin leren in de klas en online elkaar aanvullen. Daarnaast komen er, ook mede door LLO, meer aanbieders op het gebied van hoger onderwijs. Denk aan bedrijfsscholen en sectoren die zelf een school starten. Ook dit heeft invloed op de onderwijsmarkt.

Scenario’s

In vier herkenbare scenario’s wordt beschreven wat de invloeden zijn per onderwijsprofiel: alfa, bèta, gamma en kunsten. Dat onderscheid is nodig omdat voor elke onderwijsrichting andere ruimtenormen zijn. Het eerste scenario gaat uit van initieel onderwijs in een gesloten markt, het tweede perspectief bekijkt initieel onderwijs in een vrije markt. Daartegenover staan nog twee scenario’s waarin wordt gekeken naar permanente educatie in een gesloten markt en permanente educatie in een vrije onderwijsmarkt.

Online

Hoewel elk scenario zo zijn eigen specifieke aandachtspunten heeft, zijn er een aantal gemeenschappelijke conclusies te trekken. Zo worden in alle toekomstvarianten minder hoorcolleges verwacht. De colleges die wel aangeboden worden zijn in kleinere vorm, vaker online. Daarin heeft ook de corona-uitbraak een rol gespeeld; online initiatieven waren er al wel maar zijn de afgelopen maanden versneld ingevoerd. Dat heeft laten zien dat er niet altijd een fysieke locatie nodig is, kennis vergaren en delen kan ook online. Diezelfde pandemie heeft ook tot gevolg dat zaken als werken in kleinere (project)groepen en zelfstandig studeren (vanuit huis) eerder van belang zijn geworden. In alle scenario’s zijn die onderwijsvormen (werkcolleges, zelfstudie na korte instructie op school, projectmatig werken) aangemerkt als de toekomst. Dat zorgt ervoor dat er een toename is in de vraag naar ruimten op school waar ontmoeten en samenwerken centraal staat. Dat vraagt om een andere inrichting van de scholen. Heel praktisch kan dat met verrijdbaar meubilair en flexibele (scheidings)wanden.

De hogescholen kunnen met de scenario’s een gedegen onderbouwing maken van een toekomstige huisvestingsstrategie. Daarnaast adviseert Suzanne om goed te kijken naar het gebruik van een heldere ruimtenormering. Maar dit wel te doen in combinatie met de vraag van de gebruiker. Wat heeft de student van de toekomst nodig? Dit om een goede balans te vinden in het gebruik van kostbare ruimtes in een hogeschool.

Foto: Universiteit Utrecht. Credit: Petra Appelhof.

Delen: Twitter LinkedIn Facebook

permalink

Naar het overzicht

Lees verder

Terug naar boven