Patrick Groothuis: “Mensen zijn in de kern sociale wezens die graag interactie hebben en in groepsverband dingen leren.” 

Patrick Groothuis: “Mensen zijn in de kern sociale wezens die graag interactie hebben en in groepsverband dingen leren.” 

Hoe besluit je samen over de crisismaatregelen en het opstarten van campus activiteiten? Marloes Huuskes, Ellis ten Dam en Sjors van Gool van Royal HaskoningDHV interviewen Patrick Groothuis (TU Eindhoven) hierover.

Met Patrick Groothuis (Directeur Education and Student Affairs) werd het verloop van de COVID-19 crisis vanuit een bestuurlijk en organisatorisch oogpunt besproken, alsmede de verandering in opzet van universitair onderwijs en de gevolgen voor de campus van de toekomst. Groothuis heeft de crisis gestructureerd aangepakt, en hoopt dat het onderwijs ook verdere kansen benut om zich gestructureerd en modulair te herontwerpen.

Wat viel je op tijdens de abrupte overgang naar thuiswerken?

Het is allemaal erg snel gegaan. In februari hebben we al scenario's gemaakt zoals “wat als tien studenten of docenten besmet raken”. Scenario 6 was het meest extreme scenario, namelijk dat we noodgedwongen dicht moeten of dat dit een nieuwe realiteit is. Hier zijn we in februari als laatste aan begonnen omdat het als zo onwerkelijk werd gezien. Halverwege maart deden we een bericht eruit dat we volledig dicht gingen. Het was dus wel degelijk werkelijkheid geworden.

Toen de campus dichtging hebben we het onderwijs een week stil gelegd om de docenten de gelegenheid te geven het onderwijs digitaal te maken. Vervolgens zijn er ook in één week zes verschillende systemen geïmplementeerd. Als iedereen wil kan er, weliswaar met overuren, vaart achter gezet worden. Alles is toen digitaal gegaan en kijkend naar de resultaten zien we weinig studievertraging vergeleken met de jaren ervoor.

We hebben ervoor gekozen om vanaf het eerste moment meteen anders te gaan denken. Door in februari scenario 6 op te stellen, konden we in enkele weken starten. Door de crisissituatie hebben we in korte tijd procedures, bijvoorbeeld met medezeggenschap, kunnen doorlopen. Dit was mede mogelijk omdat we de communicatielijnen korter hebben gemaakt door in snelkooksessies diverse stakeholders direct bij elkaar te zetten, van medezeggenschap tot vertegenwoordigers van examencommissies. In deze sessies werd voorgelegd wat we denken dat kan, waar de gevoelige zaken zitten, en de waarschijnlijke consequenties als we het niet doen. Door mensen er op deze manier duidelijk bij te betrekken hadden we heel snel een groen licht en konden we door.
Als je mensen er aan de voorkant bij betrekt, hoewel je het formeel niet hoeft te doen, dan zie je dat ze ook continu aan boord blijven en heb je een minder grote kans dat je op een later moment ergens tegenaan loopt.

Waar lopen jullie tegen aan in het opstarten van campus activiteiten voor de zomer?

Vooral de beeldvorming was anders. We zaten in een fase waarin de maatregelen minder streng werden in Nederland, waardoor mensen razendsnel in een ander paradigma kwamen. Deze veranderende beeldvorming maakt het jaar plannen ingewikkeld. Enerzijds moet je standvastig blijven, maar anderzijds moet je ook kunnen anticiperen op mogelijke ontwikkelingen.

We zijn begin mei al wel gestart met een denktank over hoe gaan we opstarten in september. Er is met elkaar een kader opgezet over de opstart wat als vertrekpunt aangehouden wordt voor praktische zaken zoals een roostering maken. Hierin is onder andere nadrukkelijk gesteld dat elke docent rekening moet houden met een tweede golf en eventueel een tweede lock down. Mocht die er komen, dan zouden we minder dan een week nodig hebben om die stap te zetten.

We gaan in beginsel iedere student minimaal één vak (deels) op de campus gunnen. Hoorcolleges zijn per definitie online. Mocht er meer mogelijk zijn, dan geven we voorrang aan eerstejaarsstudenten.

Waarom gaan we naar de campus?

In de basis is het denk ik heel simpel. Een student kan online een goede opleiding krijgen bij een goede universiteit. Alleen wel een opleiding die je alleen doet. Mensen zijn in de kern sociale wezens die graag interactie hebben en in groepsverband dingen leren. Interactie is veel rijker wanneer je elkaar fysiek in de ogen kan kijken. Ik denk dus ook dat de campusactiviteit nog lang zal blijven.

Niettemin verschilt het sterk per activiteit. De welbekende fysieke hoorcolleges zijn gemakkelijker online te houden dan lab activiteiten. We weten ook al langer dat hoorcolleges qua kennisoverdracht niet optimaal zijn. De spanningsboog van een mens qua beste concentratie is nog geen 10 min, een hoorcollege duurt doorgaans 2x drie kwartier.

Hoorcolleges als kennisoverdracht zal dus geen reden pur sang meer zijn om naar de campus te komen, maar je kunt het nog wel als inspiratiemoment gebruiken. Een docent met passie over zijn/haar vakgebied horen spreken komt fysiek veel sterker over. We hebben van onze eigen studententijd ook nog de voorbeelden van docenten waar je altijd naartoe ging.

Wat leren we nu voor de campus van de toekomst?

Nu met COVID-19 zijn we massaal digitaal gegaan. Echter als je redeneert vanuit onderwijskundig perspectief, dan zou je onderscheid kunnen maken tussen digitaliseren wat je al deed, bijvoorbeeld een hoorcollege digitaal aanbieden, en je onderwijs herontwerpen, bijvoorbeeld modulair kennisclips toepassen in combinatie met begeleide zelfstudie en groepswerk of challenge based onderwijs. Volgens een andere filosofie en een andere visie ga je zorgen dat je studenten op verschillende manieren zelfsturend verschillende leerpaden kunnen kiezen om kennis op te nemen. Ik denk dat we in de eerste fase van COVID-19 vooral hebben gedigitaliseerd wat we al eerder deden. Logisch, want als je je onderwijs wil herontwerpen dan kost het een docent zo'n 300 uur. In twee weken gaat dat niet. Als je echt meer weet over de toekomst van onderwijs, dan kun je daarvoor het vastgoedbeleid herontwerpen.

Vanuit het droombeeld geredeneerd denk ik dat we op de campus van de toekomst schoksgewijs afscheid gaan nemen van de klassieke hoorcollegezalen. Kennisclips voor de te behandelen stof zullen er komen met tussendoor interactieve, interdisciplinaire inspiratie sessies in flexibele ruimtes. De grote uitdaging is dat we de docent en het onderwijsproces zo kunnen faciliteren dat we wel de flexibiliteit in een ruimte houden maar niet een dubbele behoefte nodig hebben. Van dit soort ruimtes zijn al eerste toepassingen, maar dit is nog zeer minimaal. Ook zou de verwevenheid met het bedrijfsleven op de campus versterkt moeten worden. Dit faciliteert innovatie, nieuwe samenwerkingen en maakt het delen van dure faciliteiten mogelijk. Daarnaast zal wonen op de campus steeds meer gefaciliteerd worden door de enorme krapte van woningen in studentensteden. Ook overige functies zoals een hotel met een congrescentra op of nabij de campus kan positief werken. Die congreszalen kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden met de tentamens. Al met al moet je wel uitkijken dat je niet te veel bouwt om het groen en de beleving van de campus te behouden.

Patrick Groothuis: “Mensen zijn in de kern sociale wezens die graag interactie hebben en in groepsverband dingen leren.” 

Op de foto: Opening Matrix met innovation Space en EPC op de campus van TU Eindhoven. Foto: Bart van Overbeeke.

Dit interview maakt deel uit van de interviewreeks Digitaal versus fysiek van Royal HaskoningDHV.

Lees hier het bericht ‘Perspectieven van gebruikers van de campus’ over het idee erachter.

Delen: Twitter LinkedIn Facebook

permalink

Naar het overzicht

Lees verder

Terug naar boven