“Alleen ga je sneller, samen kom je verder”

“Alleen ga je sneller, samen kom je verder”

Opleidingen moeten meer interdisciplinaire samenwerking in de curricula inbouwen, zodat studenten begrijpen dat je samen verder komt. Dat betoogt Campus Day member Joop van Duren in onderstaande blog.

Uitdagingen worden complexer, urgenter en zijn steeds vaker niet monodisciplinair op te lossen. Kennis en kunde vanuit verschillende ‘silo’s’ is nodig om tot een bevredigende oplossing van een onderzoeksvraag of een zinvolle innovatie te komen. Goed samenwerken is daarbij onmisbaar. Dus moeten er her en der grenzen gesloopt worden, taalbarrières doorbroken worden, de eigen agenda even geparkeerd worden. Daarvoor in de plaats komt dan de te behalen teamprestatie op de eerste plaats te staan. Althans…. Dat zou wel zo moeten, de opgave vraagt er immers om.

Juist dat samenwerkingsproces gaat bepaald niet altijd van een leien dakje. Als het spannend wordt in de eigen organisatie, wordt er getornd aan de kwaliteit en/of kwantiteit van de toegezegde capaciteit. Soms spelen de belangen van het ‘thuisfront’ een grotere rol dan goed is voor de samenwerking. Babylonische spraakverwarring steekt af en toe stokken tussen spaken.

Daarom is het nodig expliciet aandacht te besteden aan een samenwerkingsconstruct waarin grensoverschrijdend en opgavegericht kan worden samengewerkt. Dat construct bestaat uit vijf elementen. Op de eerste plaats het team dat gaat samenwerken, waarbij de nodige, complementaire knowhow en vaardigheden alsmede voldoende handelingsruimte om namens het ‘thuishonk’ te kunnen participeren van groot belang zijn. Een convenant waarin afspraken over de samenwerking op hoofdlijnen worden vastgelegd blijkt nuttig om op terug te kunnen vallen als het anders dreigt te lopen dan voorzien was. Als derde noemen we het samenwerkingsproces; dat komt niet vanzelf op stoom, daar moet aandacht voor zijn (alleen wat je aandacht geeft groeit!), bijvoorbeeld in de vorm van een onafhankelijk procesregisseur die de samenwerking modereert. Oog voor synergie is het vierde aspect: je werkt immers samen vanuit het besef dat je het vraagstuk beter en/of sneller op kunt lossen dan elk van de samenwerkingspartners dat alleen zou kunnen. Dan moet die added value ook wel uit de verf komen. Last but not least noemen we de opgave die centraal staat. Zoveel mogelijk tijd, focus en energie kan daaraan besteed worden, omdat een setting is gecreëerd waarin de teamleden vooral bezig kunnen zijn met het tot een goed einde brengen van de opgave zonder regelmatig in een spreekwoordelijke spagaat te belanden tussen de belangen van het thuisfront en die van het gezamenlijke project/de gezamenlijke opgave.

Klinkt aantrekkelijk, toch?! Dan wordt het zaak grensoverschrijdend opgave gericht samenwerken als hogescholen en universiteiten zelf ook meer toe te gaan passen. Zowel qua bedrijfsvoeringen, qua onderwijs als qua onderzoek zijn er legio aanleidingen en mogelijkheden om samenwerkingen te laten groeien. Dat geldt voor academies en faculteiten binnen een instituut, maar zeker ook voor samenwerking tussen instituten. Vanuit het aloude adagium “practise what you preach” doen we er goed aan zelf het voorbeeld te geven en meer interdisciplinaire samenwerking in de curricula in te bouwen. Studenten ontdekken dan al tijdens de studie dat je alleen misschien wel sneller gaat, maar samen zeker verder komt!

Joop van Duren is lector Facility management en programme director van de Master Facility & Real Estate Management van de Zuyd Hogeschool. Dit is zijn derde blog op Campus Day. Zijn eerste blog leest u hier en zijn tweede blog leest u hier.

Delen: Twitter LinkedIn Facebook

permalink

Naar het overzicht

Lees verder

Terug naar boven